Verslag van Majoor J. Roodenburg

Verslag van 1e Afdeeling 22e Regiment Artillerie (I-22 R.A.).
-----------------------

Donderdag 9 Mei 1940.
Om ongeveer 23.00 uur ontving Commandant I-22 R.A. de mededeeling, dat dien nacht te 4.00 uur toestand 4 zou intreden. Door Commandant I-22 R.A. werden onmiddellijk die maatregelen genomen, die noodig waren om het personeel van I-22 R.A. hiervan op de hoogte te stellen. Aangezien een ieder aanwezig was in de cantine tot het bijwonen van een bioscoopvoorstelling, welke op dat uur nog juist niet beƫindigd was, kon even voor het verlaten van de cantine een ieder op den hoogte gesteld worden. Alle maatregelen waren voorbereid.

Vrijdag 10 Mei 1940.
Te 3.30 uur was de geheele Afdeeling in stelling en tot vuren gereed. Een Artillerieofficier inlichter (A.O.I.) werd gedetacheerd bij Commandant 46e Regiment Infanterie, terwijl in den loop van den morgen, toren Kesteren bezet werd door een Luitenant. Te ongeveer 4.00 uur kwamen eenigen honderden vijandelijken vliegtuigen over de Afdeeling, welke allen in Westelijke richting koers zetten. De daarop volgende uren werden door I-22 R.A. in afwachting doorgebracht. De schuilplaatsen werden door Commandant I-22 R.A. en door de Batterijcommandanten nog niet betrokken. Door de A.O.I. werden van tijd tot tijd de meldingen overgebracht van de stand van zaken bij het 46e Regiment Infanterie en van de berichten die aldaar binnen kwamen.

Zaterdag 11 Mei 1940.
Den geheelen dag is door I-22 R.A. contact gehouden met de Commandant 46e Regiment Infanterie. De A.O.I. en de Artillerie Onderofficier Inlichter (A.O.O.I.) hebben Commandant I-22 R.A. voortdurend op de hoogte gehouden van de stand van het gevecht, zoowel in eigen vak als in het linker neven vak. Eerst tegen den avond werd het eerste vuur door I-22 R.A. afgegeven. Te 19.50 uur werd aangevraagd vuur 126 (neven vak), hetwelk te 19.55 uur werd afgegeven. Ook werd afgegeven in eigen vak dienavond vuur 527 (20.45 uur). Den geheelen nacht werd zwaar vuur waargenomen ter hoogte van de Grebbeberg.

Zondag 12 Mei 1940.
Te 10.30 uur werd gemeld door de A.O.O.I., dat in Opheusden 4 vijandelijke schoten waren gevallen; dit bericht werd bevestigd door de Luitenant waarnemer op toren Kesteren. De voorposten melden te 10.45 uur dat het vuur 527 van den vorigen avond juist op den goede plaats was gevallen. Nu volgen van de A.O.O.I. verschillende meldingen over vuur in eigen vak afgegeven door den vijand, namelijk op den spoorbaan ter hoogte van Opheusden, in de uiterwaarden achter de verwisselingsstelling van I-22 R.A., van het wegschieten en neutraliseeren van een stuk van 6 Veld bij paal 17, vuur bij het veerhuis (Opheusden, op de rechter Rijnoever bij de Blauwe Kamer en voor de frontlijn enz.). Te 13.53 uur wordt door de A.O.O.I. zwaar vuur, waarschijnlijk vanuit het nevenvak, waargenomen op de Bandijk tusschen "Zwaantje", Veerhuis en "De Spees". Dit bericht wordt te 13.57 uur door de Luitenant waarnemer op de Toren Kesteren bevestigd.
Te 12.44 uur wordt door ons vuur 527 afgegeven. Einde 12.47 uur.
Te 14.25 uur meldt de A.O.O.I., dat er vuur valt voor "De Spees" vanuit de richting Wageningen.
Te 15.10 uur worden telkens serie's roode sterren in het nevenvak waargenomen.
Te 15.34 uur en te 15.48 uur wordt gemeld, dat er zich groepjes vijanden bewegen in de richting van de brug te Rhenen. Nadat verschillende dergelijke meldingen omtrent den vijand in den loop van de middag binnenkomen, wordt te 20.38 uur gemeld, dat de brug te Rhenen door 46e Regiment Infanterie zal worden versperd.
Te 15.58 uur wordt door de Afdeelingscommandant een vuurbevel gegeven aan de batterijen voor een vuur in het neven vak (Grebbeberg 169.85 - 440.75). Voor dit niet voorbereidde vuur meldde de batterijen zich te 17.05 uur klaar (niet afgegeven).
Te 15.38 uur meldde de A.O.I., dat nog vijandelijk artillerievuur lag op de Noordoostelijke rand van Rhenen en tevens, dat door zorg van Sectie V van de IVe Divisie de op de spoorbrug van Rhenen gereed liggende planken op de brug waren gelegd voor brugdek (overschrijden met paardentractie).
Te 17.40 uur bombardeeren eenige Nederlandsche G.1's achter de Grebbeberg.

Maandag 13 Mei 1940:
Reeds in den vroegen morgen werd bericht ontvangen, dat in het neven (linker) vak hinderlijk artillerievuur werd ontvangen vanuit een vijandelijke batterij opgesteld in de omgeving van een steenfabriek aan de rechter Rijnoever, eveneens in het nevenvak. Een Luitenant van mijn staf is toen geplaatst op de waarnemingspost Toren Kesteren. Door dezen waarnemer werd begonnen met de rechter batterij in te schieten op een zich in de nabijheid van dezen steenfabriek bevindende merkpunt. Doordat zich op den weg van de steenfabriek "De Blauwe Kamer" naar het Noorden bevindende colonne van den vijand met paardentractie, zich verraadde, door een beweging, die een van de paarden met het hoofd maakte, kon spoedig hierop met de batterij een uitwerkingsvuur op dit doel worden gegeven, naderhand herhaald op de fabriek en tenslotte naar voren verlegd worden om deze vluchtende colonne te achtervolgen. Het inschieten op het merkpunt duurde van 5.40 uur tot 5.45 uur. Hierna werd door den waarnemer (Afdeelingsofficier) nog een uitwerkingsvuur afgegeven op vijandelijke artillerie op een steenfabriek gelegen achter de "Blauwe Kamer" (8.38 uur). Tenslotte werd nog gepoogd een vijandelijke colonne, die opgesteld stond in de buurt van Wageningen ter hoogte van Sluis onder vuur te nemen, doch dit mislukte vanwege de groote afstand en het slechte zicht.
Te 13.08 uur wordt door de A.O.O.I. gemeld, dat de Grebbeberg zich in Duitsche handen bevindt.
Te 14.43 uur vuurbevel aan linker batterij (storend vuur): vuurstoot 3 minuten tempo 2 op viaduct Rhenen en aan midden batterij met een sectie op kruispunt 170.15 - 441.10 te Rhenen en met de andere sectie idem op Grebbeberg 170.27 - 440.66.
Te 15.07 uur werd bevolen alle voertuigen te bepakken voor eventuelen terugtocht.
Te 15.25 uur werd gemeld, dat vijandelijke artillerie in stelling kwam bij "De Blauwe Kamer". Te 15.38 uur werd door de Brigade artilleriecommandant (B.A.C.) opdracht gegeven deze artillerie onder vuur te nemen. Door de rechter batterij werd met dezelfde gegevens toen vuur afgegeven als dien morgen in afdeelingsvuur was gegeven. Van hetgeen hierna is geschied ontbreken alle aantekeningen. In een koortsachtigen snelheid werden diverse opdrachten aan I-22 R.A. verstrekt. Er is geƫindigd met het onder persoonlijke leiding van den Afdeelingscommandant doen veranderen van stelling van twee batterijen front Noord, voor het beschieten van Rhenen met directe richting. Hierna werd door alle batterijen, met uitzondering later van de linker batterij, waarvan in de hitte van het gevecht alle vuurmonden waren vastgeloopen, gepoogd de spoorbrug van Rhenen te vernielen, teneinde de vijand de aftocht richting Kesteren te beletten. Tenslotte werd bevel gegeven, dat de geheele afdeeling in Westelijke richting zoo spoedig mogelijk moest vertrekken.
Door den Commandant van de midden batterij is even voor het vertrek uit de stelling nog gevraagd, of hij nog een oogenblik mocht wachten met het opbreken en afmarscheeren, teneinde nog eenige projectielen uit de eerste stelling te kunnen halen om nog een laatste poging te wagen om de spoorbrug bij Rhenen te vernielen. Dezen commandant, hiertoe toestemming verkrijgende is er toen in geslaagd met zijn laatste in de stelling aanwezige projectiel de brug te doen vernielen. Een en ander onder persoonlijke leiding van den Commandant.

Hagestein, 17 Mei 1940.
Commandant I-22 R.A.
de Majoor,
(w.g.) J. Roodenburg.
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 5.16 MB)