Verslag van reserve-eerste luitenant W. Hietbrink

29e COMPAGNIE MORTIEREN.

KRIJGSVERRICHTINGEN VAN 10 T/M 14 MEI 1940.

  Ingedeeld bij I-29 R.I. werd in den morgen van 10 Mei 1940 van het verzamelpunt Megen (Noord-Brabant), vertrokken via de pontonbrug bij Oyen, naar Dreumel. Dienzelfden nacht werd vandaar afgemarcheerd. Wij gingen over de pontonbrug bij Tiel, via Maurik, maar Wijk-bij-Duurstede, waar het Bataljon op 11 Mei tegen den middag aankwam.
  Op Zondag 12 Mei te ongeveer 16.00 uur, werd alarm gemaakt. Te voet, later op auto's, gingen wij door Amerongen in de richting van den Grebbeberg. In den vroegen morgen van 13 Mei te ongeveer 4.00 uur werd ons Bataljon ten aanval ingezet als voorbataljon. Doel was: de op een enkel punt doorgedrongen vijand terug te werpen tot over de Grebbe zelf.
  29e Compagnie Mortieren (29 C.Mr.) kreeg geen eigenlijke opdracht. Vanuit de uitgangsstelling moest in de voor het Bataljon bepaalde Compasstand opgerukt worden. Eigenlijke opdrachten zouden volgen. Door Commandant 29 C.Mr. werd een ordonnans uitgezonden naar den Bataljonscommandant. Deze ordonnans kwam terug met de boodschap "afwachten". Latere uitgezonden verzoeken van de zijde van Commandant 29 C.Mr. bereikten den Bataljonscommandant niet. Deze was onvindbaar ondanks alle pogingen. Geen enkel verzoek tot ondersteuning bereikte ons. Toen eenmaal vast stond dat er geen verbinding met de rest van het Bataljon te krijgen was, was de terugtocht van die rest, hetgeen eerst later bleek, reeds begonnen, zoodat op een gegeven oogenblik door het zeer krachtige vuur van den tegenstander, op een achterwaarts gelegen punt teruggetrokken moest worden. Op dit punt (bij het viaduct in de spoorlijn) bevond zich een groot gedeelte van de ingezette Bataljons. Juist boven deze plek barstte een bombardement los van vijandelijke bommenwerpers. Daarna werd verder teruggetrokken en later een nieuwe stelling geformeerd in bouw- en akkerland; na dien tijd nog een keer bij een boerderij er vlak achter. De troepen werden daar in den rug beschoten door artillerie. Het vuur kwam links schuin van achteren.
  In den namiddag trok de troep, waarbij ook de 29 C.Mr., terug (ongeveer 1,5 Km.). Daar werd stand gehouden onder leiding van Commandant III-29 R.I. Deze troep bestond uit diverse onderdeelen van verschillende Regimenten. Na per ordonnans bericht te hebben ontvangen dat het gedeelte dat van 10 R.I. was, van Commandant 10 R.I. bericht had gekregen terug te trekken op Utrecht, en dat Elst en Veenendaal gevallen waren, werd, na lang overwegen, besloten via binnenwegen te probeeren Driebergen te bereiken. Met de karren ging het langs mulle zandwegen vanaf 21.30 uur. In den loop van den nacht werd de betonweg boven Amerongen bereikt. Dadelijk werd doorgemarcheerd naar Doorn. Daar werd halt gehouden maar na een half uur rust verder doorgemarcheerd. Ongeveer 5 minuten later werd ons een bericht medegedeeld door een chauffeur die gewonden vervoerde, dat vijandelijke vechtwagens in aantocht waren. Een stuk Pantserafweergeschut (P.a.g.) dat bij ons was werd achter aan den troep gezet en een ordonnans naar Zeist gestuurd om P.a.g. versterking te halen. Deze kwam spoedig. In Driebergen werden achter ons de wegen afgezet door P.a.g. Blijkbaar zijn de vijandelijke vechtwagens in Doorn haltgehouden, tot zuivering van het dorp. In een geforceerd tempo werd doorgemarcheerd naar Utrecht. 29 C.Mr. had alle stukken en bijna alle munitie kunnen redden, op een stuk na, hetwelk bij den Grebbeberg verloren ging. Afbreken van het stuk bleek toen niet mogelijk, de kogels ketsten op den loop af.
  Aankomst te Utrecht op 14 Mei 1940 te ongeveer 9.30 uur. In den namiddag werd uit Utrecht vertrokken op last van Commandant verdediging-Utrecht in de richting Jutphaas. Op de straatweg aldaar werd de proclamatie van overgave bekend gemaakt.

de Reserve 1e Luitenant,

W. Hietbrink.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 1.24 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 855.08 KB)