Verslag van sergeant-majoor-instructeur A.P. Ligthart
S.M.I. A.P. Ligthart 8-Pag.Comp. (2e sectie)
-----------------------------------
De sectie bestond uit 3 stukken; 1 de oost kazemat (Van Drumpt), 1 West. Kazemat Grebbesluis (Geels), 1 bij het voetbalveld (Peelen). De luitenant Koerselman had de 1e sectie. In den morgen van 10 Mei hebben we de opstellingen ingenomen: ik had geen vaste commandopost maar bewoog me tusschen kazematten. We hebben onder hevig artillerievuur gelegen, waarbij we Zaterdags van eigen artillerie veel steun kregen. Ik had geen telefonische verbinding met mijn commandant. Er zou een telefoon komen in de Westelijke kazemat. De munitievoorraad bestond uit 12 brisantgranaten en 90 brisantpantsergranaten. Van deze laatste heb ik nog aanvulling gehad: de brisantgranaten waren niet meer aanwezig. We hadden een schootstafel voor de brisantgranaten: de laatste is verstrekt omstreeks 3 maanden geleden.
De troepen die voor ons lagen hebben zoo goed mogelijk stand gehouden. Zondagmorgen hebben we op verzoek van Luitenant Niemantsverdriet voor het eerst gevuurd op een huis, waar men meende dat zware mitrailleurs zaten. Ik hoorde dat sergeant Van Drumpt 2 parachutisten buiten gevecht heeft gesteld en gevuurd op een stuk pag., dat hij aanvankelijk voor een Nederlandsch stuk hield. Ik heb ook in de kazemat op de Grebbedijk, waar ik nauwelijks uitzicht had, gezeten. Zaterdags is er verder niet veel gebeurd.
Gedurende beide nachten heb ik met twee man aan de brug gezeten die slecht gesprongen was (zat aan de Wageningschezijde nog met 4 balken vast). De brug is de eerste nacht gesprongen maar gedeeltelijk blijven hangen wat ik aan den Bataljons Commandant gemeld heb.
Zondagsmorgens kwam een halve sectie van Vaandrig De Ridder terug met de mededeeling dat er geen munitie meer was. Ik heb ze teruggezonden. Ik had geen verbinding met Vaandrig De Ridder, ook niet met Luitenant Niemantsverdriet, behalve toen hij vuur aangevraagd heeft.
Aan de zijde van de dijk was geen doel er is dan ook weinig gevuurd. Later werd 't vijandelijk artillerievuur heviger maar onze artie zweeg den heelen dag. Ik heb niet aan den Bataljons Commandant artilleriesteun gevraagd.
Omstreeks 14.00 uur heeft de beschoeiing van de Westelijke kazemat gebrand (die Zuid van den Kunstweg). De meest Westelijke heeft ook gebrand en ik heb later gehoord van Kapitein Bor, dat die door den soldaat Ambrosius weer in het werk is gesteld. Commandant was daar de sergeant Peelen.
Bij mijn kazematten is de Kapitein Bor niet geweest na den eersten morgen. Ons stuk is buiten gevecht gesteld, d.w.z. het middelste stuk werd door zand onbruikbaar. Ik heb een nieuw stuk gevraagd bij den Bataljons Commandant en dat is gekomen, maar niet meer gebruikt kunnen worden omdat de Duitschers aan de overzijde van de Grift waren. We hebben toen met de karabijnen nog vanuit de kazemat zoo lang mogelijk stand gehouden. Ik had geen dooden en geen gewonden. De bezetting van het middelste stuk is gevangen genomen. De Duitschers zijn van achter bij ons gekomen en hebben toen de kazemat tot overgave gedwongen. We zaten toen heel alleen.
De karabijnmunitie en de pistoolmunitie is opgeschoten. Ik ben toen teruggegaan doch kon de menschen niet meekrijgen. Tenslotte heb ik mij bij Kapitein Van Rangelrooij gevoegd.
Ik heb witte vlaggen op de stellingen zien staan en eigen troepen zien teruggaan.
Ik heb geen enkel bericht gekregen maar alles moeten halen. Het was ook niet bekend, dat teruggaan verboden was, maar ik heb, naar mijn meening, mijn volle plicht gedaan. Het stuk kon ik niet buiten de kazemat brengen want er was een hooge borstwering van zandzakken en bovendien verhinderde de gesprongen brug die omhoog stond zulks. Ik heb den chef-veldwachter van Rhenen Dieckmann alleen gezien doch tegen hem niets over Kapitein Bor gezegd. Ik heb steeds prettig met dezen gediend. Ik heb tegen Dieckmann's vrouw gezegd dat de Kapitein Bor alleen den eersten dag bij de kazematten is geweest en daarna in zijn commandopost was. De chef-veldwachter was daarbij niet aanwezig. Ik heb positief niet gezegd wat de chef-veldwachter tegenover twee officieren heeft gezegd zooals U mij voorleest.
Met de bemanning van den sergeant Van Drumpt, die al iets eerder terug was, heb ik mij op den rechtervleugel van Kapitein Van Rangelrooij opgesteld met een stuk pag. en daarmee de brug onder vuur gehouden. We hebben daar gezeten tot Zondagavond toen we van den berg af door de Duitschers werden beschoten. In den nacht zijn wij toen teruggegaan langs de kalkfabriek en zijn achter den spoorbaan terechtgekomen.
Voorgelezen, volhard en geteekend,
w.g. A.P. Ligthart.
|