Nederlandse schendingen in de omgeving van de Stoplijn
1. Dienstplichtig soldaat Th.M. Chotzen, 3e Sectie van 2-III-8 R.I. op 9 december 1940:
Datum: 13 mei 1940 |
Plaatsgehad tijdens of direct na gevechtsaanraking: Ja |
"(...) Het uitsteken van de witte vlag, waarbij een sergeant van de S.R.O.I., maakte op Chotzen een geweldige indruk (zie ander verslag) want het beduidde: OVERGEVEN. Kapitein Alewijk heeft die vlag laten neerhalen. (...)"
|
2. Dienstplichtig sergeant W.Th. Hulscher, 3e Sectie van 3-II-8 R.I. op 30 december 1946:
Datum: 13 mei 1940 |
Plaatsgehad tijdens of direct na gevechtsaanraking: Nee |
"(...) Onderweg werd Majoor Jacometti nog opgehouden door een soldaat met een witte vlag die een gewonde naar een Roode-Kruispost had gebracht. Vaandrig Elzas liep met zijn pistool in de hand. Kapitein Hakkert wilde zijn klewang trekken, doch Majoor Jacometti zei tegen hem: "Laat maar zitten". Daarop nam ook de Kapitein zijn pistool. (...)"
|
3. Reserve Officier van Gezondheid 1e klas Ch.H. Paris op 24 April 1947:
Datum: 15 mei 1940 |
Plaatsgehad tijdens of direct na gevechtsaanraking: Nee |
"(...) Ik ben in den commandopost van den Overste gebleven om de gewonden te verzorgen. 's Nachts ben ik nog in Rhenen geweest om te fourageeren, hetgeen mij niet is gelukt, er was niets meer te halen. Duitschers heb ik niet gezien, ik ben ze opzettelijk mis geloopen. Bij den commandopost zijn 's nachts geregeld patrouilles geweest. Wij hebben ons zoo stil mogelijk gehouden, in de hoop dat de Overste over 1 of 2 dagen zou terugkeeren en ons weer bij een Nederlandsch onderdeel zou opnemen. 2 vijanden, die in den morgen van 15 Mei de commandopost naderden heb ik neergeschoten. Ik had mijn Roode-Kruis band afgedaan. (...)"
|
258