Nederlandse schendingen in de omgeving van de Frontlijn
1. Vaandrig J.Ch. Evertse van 3-I-8 R.I. op 24 februari 1947:
| Datum: 12 mei 1940 |
Plaatsgehad tijdens of direct na gevechtsaanraking: Nee |
"(...) Tegen de avond, juist toen ik van plan was de Grebbe over te steken via een dwarsliggende ponton, zag ik aan de overkant uit de bastions Oost van de Grebbe soldaten te voorschijn komen met een witte vlag, plusminus 30 man. Enige minuten later waren de Duitsers ook op de bastions. Hierna ben ik tweehonderd meter naar voren gegaan, heb een Duitse helm op gezet en ben over de ponton achter op de bastions terecht gekomen, waar ik verborgen in het gras heb gelegen tot het volslagen donker was. (...)"
|
2. Sergeant W. van Meeteren, Commandant 3e Sectie van M.C.-I-8 R.I. in het boek 'De Greb' (blz. 87):
| Datum: 10/12 mei 1940 |
Plaatsgehad tijdens of direct na gevechtsaanraking: Nee |
"(...) Sergeant van Meeteren vond dat de mannen van zijn sectie zware mitrailleurs na de beschieting wel een opsteker konden gebruiken. 'Met een baalzak, waar de kuch in gezeten had, sprong ik op de fiets. Ik ben toen naar Rhenen gereden. Dat was niet zonder gevaar, want iedereen die van de berg afkwam, zagen ze aan voor een deserteur. In Rhenen trapte ik de deur van een sigarenwinkel in en vervolgens stopte ik de hele zak vol met tabak, sigaren, sigaretten en de hele troep. Daarna fietste ik terug met de zak van boven tussen mijn tanden en van onder op de stang van mijn fiets. Toen ik in de stelling kwam ging er een hoeraatje op: We hebben voor vier weken genoeg te roken! Drank en rookwaar hadden we in de stelling nodig. Voor drank had ik al een dag eerder gezorgd. (...) "
|
3. Dienstplichtig Korporaal Thieme, M.C.-I-8 R.I. in het boek 'De Greb' (blz. 88):
| Datum: 10/12 mei 1940 |
Plaatsgehad tijdens of direct na gevechtsaanraking: Nee |
"(...) Korporaal Thieme was 's morgens ook naar Rhenen gegaan. 'Heel Rhenen stond in brand. Soldaat Somsen en ik hebben weckflessen met vruchten en appelmoes uit een hotel meegenomen. Een wasteil van het hotel gebruikten we als vervoermiddel. Uit de etalage van een sigarettenwinkel namen we sigaretten mee. Op de terugweg kwamen we langs Ouwehands Dierenpark. Er stond daar een automaat voor KLM-chocoladerepen langs de weg. In dat ding zat een groot gat. Een granaatscherf was er dwars doorheen gegaan. In het voorbijlopen gaf ik er een trap tegen; er kwam nog een reep chocola uit ook. Een vaandrig, die voor het dierenpark stond, zei tegen mij: 'Korporaal, dat is vernieling'. (...) "
|
4. Vaandrig D.C. de Ridder, Sectiecommandant 3e Sectie van 2-I-8 R.I.:
| Datum: 12 mei 1940 |
Plaatsgehad tijdens of direct na gevechtsaanraking: Nee |
"(...) Bericht dat de Sectie van Luitenant Niemantsverdriet terug zou zijn gegaan was niet juist. Wel eenige menschen, laatste met iets als witte vlag. Dit zou zijn geweest om munitie te halen. (...) Alles wat terug kwam, huzaren, troepen die terugkwamen, aanvullingen enz. kwam met de aanduiding witte vlag = niet vuren. Inderdaad heeft dit verwarring gegeven. (...) "
|
5. Reserve 1e Luitenant C.A. Niemantsverdriet van 1-I-8 R.I. op 4 juli 1940:
| Datum: 12 mei 1940 |
Plaatsgehad tijdens of direct na gevechtsaanraking: Nee |
"(...) Wij hielden de witte vlag op, zoolang de vijand er nog niet was, want wij wilden het artillerievuur niet weer laten beginnen. Een soldaat van vaandrig de Ridder (Toelen) is geweest om te zeggen, dat wij de witte vlag moesten weghalen, want die soldaat wilde doorvechten. Toen heb ik gezegd, dat ik het nog een poosje zou aanzien - de soldaat had, geloof ik, de vlag weggehaald. De vlag was een zakdoek, die aan een bajonet was gebonden. (...) "
|
255
